Reizen
De voordeur uit en: stilstaan. De buurvrouw zingt. Vanuit het raam schuin op de hoek kabbelt het geluid van langs de rivier. Tenminste, ik kan het niet verstaan, het klinkt alsof je er goed de was bij kan uitspoelen. Samen. Het tempo en de intensiteit is werkenderhand. Geen solo of aria, geen liefdeslied, het begeleidt een dagelijkse handeling. Liederen die wij niet meer zingen. Want tijdens het teksten maken op kantoor, tijdens de vergadering, of zelfs in de lift: gezang zou afleiden, niet ondersteunen. Bovendien zou de gezamenlijkheid ontbreken. De stem van de buurvrouw neemt me mee naar een andere plek maar vooral naar een ander doen. Het lied duurt, mijn afspraak wacht en weg ben ik.