persoontje

Persoontje trekken

Omdat het nog vakantie is nemen we een koffie onderweg. Bij uitstappen op het tankstation horen we een soort kreunen. De personenauto een stukje terug is een strijdtoneel. De bestuurder probeert de passagier uit de auto te duwen. De rolkoffer ligt al op straat. Grote mannen zijn het die elkaar te lijf gaan. Ze vloeken en stoempen. De rolkoffer wordt opgetild en is nu een wapen. Duwen, beuken, trekken. De motorkap duekt, het portier verbuigt. Ik vraag aan het meisje achter de kassa of ze misschien de politie kan bellen. Het ziet er gevaarlijk uit. Zij ziet niets, weet niets. Kun je het kenteken zien? vraag ik haar. Nee, da tkan ze niet. Naar buiten, ik zie het net niet scherp. Kunt u het lezen? De toeschouwer naast me weigert. Niemand wil er iets mee te maken hebben. Ondertussen is de passagier aangevuld tot een echtpaar. Ze lopen schreeuwend weg. Met mijn provisorisch kenteken meld ik me bij de kassa. De auto rijdt weg.  Weer terug in de auto weet ik niet wat ik schokkender vindt. Het uitzinnig geweld, de sloomheid van de medewerkers, of het weigeren te helpen.  Of dat ik het nummer niet goed heb doorgegeven. Het is vakantie. Laten gaan.

Nummerplaat?

 

HD-Background Selector