Welke wij past bij mij?
Supermarkt Deen, Amsterdam Noord. Service balie.
De cassiere lijkt afwezig. Tuurt over mijn hoofd naar de ingang. Misnoegd zet ik mijn boodschappen uit het mandje. Onbeleefd Noord Hollands type, denk ik.
Plotseling loopt ze naar de intercom: 'Attentie! Attentie! Er wordt gestolen. Allemaal naar de kassa.'
Ik zie hem meteen. Lange, slanke, oudere Afro Caribische man met hoedje.
Overal is ineens beweging.
“Dat doet hij nou altijd,” zegt ze. “De 10 blikken bier rekent hij af, maar dan valt er nog van alles van onder zijn jas in zijn tas.” Ondertussen reken ik zelf af, veel artikelen in de korting. Niet uit armoede. Uit principe.
Op weg naar de uitgang komen me ongeveer tien jonge Noord Afrikaanse supermarkt medewerkers tegemoet. Opgewonden de verdachte volgend.
Deze staat nu schuldbewust en gelaten bij de kassa. Uit zijn plastic tas pakt hij twee pakjes gesneden kaas en een broodje. In tegenstelling tot de blikken bier daaronder inderdaad niet betaald.
Verbluft loop ik naar buiten.
Wat een panorama aan prioriteiten: vigilantie boven vriendelijkheid, werk boven afkomst, bier boven brood, de sterke boven de zwakke.
Van de weeromstuit geef ik de Poolse straatkrant verkoper bij de ingang 2 euro.
Solidariteit boven spaarzucht