ambtenaar amsterdam

Civil servant

Vijf minuten in de bespreking begint een andere ambtenaar hard op de valse piano te spelen. We zijn in het kantine-kantoor van dienst ruimtelijk in Amsterdam. Een grote shabby chic ruimte. Voormalige school. Alles is er en alles is ook cool. Zitjes, planten, kroonluchters van gerecyclede buitenverlichting. Twee grote koffiemachines . Het voelt als een exclusief grand café. Aan de muren een tentoonstelling van Ambt Art, kunst door ambtenaren. We zijn hier niet bij bescheiden dienaars, dit is het honk van een volwassen bestuursindustrie. De bespreking verloopt stroef. Uiteindelijk stopt de piano ambtenaar met van zijn improvisaties en gaat een nieuwe vergadering in. Na de onze  vragen of we nog even onze boterham mogen blijven eten. Dat mag. "En geniet van de gratis koffie!" Gratis?  Onze koffie, denk ik geërgerd, het is onze koffie, jij werkt namens ons voor ons. We eten de boterhammen, kijken naar de kunst. Overal hangt titel, maker, op welke afdeling werkzaam en de prijs. Dat vinden we weer ver gaan. Ambtenaren zijn amateurs. Zo ziet het werk er ook uit. De Professionals Kunst zijn wij. Ineens wordt duidelijk waarom die vergaderingen zo moeizaam gaan: dat vinden de ambtenaren ook van ons. Amateurs. Dilettanten. “Maar wij vragen er tenminste geen geld voor,” zegt mijn vergaderpartner. Dat is ook weer waar. En anders dan de prijzen bij de amateurkunst zou dat zou ook helemaal niet kunnen. Ons beroep is vrij. Als burger heb je wel ervaring en expertise maar is die niets waard. De ene kennis is de ander niet. De participatie samenleving voelt ineens heel ver weg.

 

 

HD-Background Selector