voordringen
Voordringen
Hij is oud en draagt mondmasker, een keurige jas, linnen broek en Crocks. Loopt met stok. De rij voor de bakkerij is lang. Een deftige gehoorzame rij voor een dure bakker. Met zijn bankkaart in de hand scharrelt hij rond en stuift dan ineens de winkel in. Negeert de rij. Een rilling trekt door de beschaafde lichamen. Een jonge vrouw maakt zelfs grote ogen. Niemand zegt iets. De verontwaardiging kent geen mededogen. Ook oud wacht maar even! Dan blijkt waarop ik al had gewed: vooraf besteld.. Vlot stokt hij de winkel weer uit naar de achterdeur, daar kun je afhalen. De rij ziet en ontspant. De orde in de wereld is weer hersteld.