fijne rommel
Fijne rommel
Het begint al bij het hek. Dingen er aan, op, doorheen geweven. Fijn! Rommelig! Binnen in het hek is alles aangepst, anders en persoonlijk. De fietsenstalling heeft wijnranken erboven. Uit de loods steken containers. Een kabelbaan, soort van, boven ons hoofd. Alles is aangeraakt, geimproviseerd, een keuze. Wij lachen, de andere mensen ook. Het lijkt of onze lichamen het rommelen herkennen. Opgewekt bezoeken we de daar gevestigde kringwinkel. Vlak voor vertrek nog even naar de WC, gewoon, even kijken. Ha, een eco droog toilet. Nice! Het verwarrende is dat deze oase van zelforganisatie gelegen is aaan een straat van intens saaie en gewone huizen. Alles volgens plan. We worden er neit blij van. Dat is het raadsel: iedereen wordt blij van het geimproviseerde, niemand wordt blij van saai. Het laatste is toegestaan, het eerste niet. Niet een beetje niet, echt niet. Alleen tijdelijk, voor even.