ja maar

covid shop rules

Mandje

Ik heb het een na laatste mandje. Het groepje van vader, moeder dochter. Of kleindochter, kan ook. Vroeg kinderen of juist laat. Moeder of oma pakt de laatste en wenkt de rest mee. 'Iedereen een mandje is de spelregel' zeg ik. 'Ja, maar dan lopen ze wel achter mij.' grinnikt ze.  Ik geef niet op. 'Een mandje is de spelrege...l.' 'Ja, maar, moet je eens in supermarkten kijken....' reageert ze defensief. Ondertussen zijn echtgenoot en dochter gewoon blijven wachten tot er iemand naar buiten komt. Hoe heet dat ook weer in de retorica? Ik twijfel tussen jij-bak, want jij doet dit ook niet in de supermarkt. Maar uiteindelijk denk ik toch dat het een afleidingsmanoeuvre is: iets zeggen dat er mee te maken lijkt te hebben, maar niet op de kwestie in gaat. Want hoe gaat de redenenering: ik hoef het ergens anders niet te doen dus hier doe ik het ook niet. Want ik hou me alleen aan wetten, aan spelregels heb ik geen boodschap. Principieel politiek. Nee, te ingewikkeld. Het is eerder: ik heb zin om te winkelen, nu, samen, geen zin om te wachten. Gewoon alledaags consumentisme.

o.a. ignoratio elenchi

HD-Background Selector